1. Avond van tevoren: de rozijnen en of krenten/vruchten in een kom
een nacht laten weken. Voor gebruik uitlekken en afdrogen.
2. Verwarm de melk of het water tot 36 graden.
3. Brokkel de verse gist in een kom en voeg een beetje warme
melk/water toe, los de gist op. Of los de droge gist op in een beetje
warme melk of water met een eetlepel suiker.
4. Houd 1 eetlepel bloem apart.
5. Doe de rest van de bloem in een beslagkom.
6. Voeg het zout toe en roer erdoor.
7. Roer het ei los.
8. Maak in het midden van de bloem een kuiltje en schenk het
losgeklopte ei erin. Schenk al roerende met een lepel of mixer de melk erbij en het gistmengsel en meng tot een glad beslag.
9. Rasp voor de vulling de citroen en pers deze uit. Snijd de appel in
blokjes. Besprenkel de blokjes appel in een kom met de citroensap en
schud ze om met de citroenrasp, de rozijnen, de krenten, de vruchtjes
en de bloem. Roer door het beslag, dek de kom af met vershoudfolie
en laat het beslag op een warme tochtvrije plaats 1 uur rijzen, tot het
in volume verdubbeld is.
10.Verhit de olie in de pan tot 170/180 graden.
11.Doop een ijsbolletjestang of 2 lepels in de hete olie en schep uit het
gerezen beslag een bolletje. Bak 4 à 5 oliebollen tegelijk in ca. 5
minuten tot ze goudbruin en gaar zijn. Keer de oliebollen halverwege
de baktijd als ze dit niet vanzelf doen. Neem de bollen met een
schuimspaan uit de olie en laat ze in een met keukenpapier bekleed
vergiet uitlekken. Laat de olie eerst weer op temperatuur komen voor
je de volgende serie gaat bakken.
12. Leg de oliebollen op een schaal en bestrooi met poedersuiker.