Jan Hagel

  • 250 gram Zeeuwse bloem
  • 100 gram suiker (of minder natuurlijk (ik gebruik 50))
  • 1 theelepel bakpoeder
  • 1 theelepel kaneel
  • 1/4 theelepel zout
  • 180 gram koude roomboter in blokjes ((kan ook iets minder ; 130 gram))
  • 1/2 ei losgeklopt
  • 30 gram greinsuiker
  • 30 gram amandelschaafsel
  1. Verwarm de oven voor op 180 graden.
  2. Doe de bloem, het bakpoeder, de suiker, het zout en de kaneel bij in een kom en meng goed.
  3. Snijd de boter in kleine stukjes bij de droge ingrediënten en wrijf tussen je vingers tot een mooi kruimeldeeg ontstaat, waarin je geen stukjes boter meer ziet.
  4. Leg het deeg naar keuze een half uurtje in de koelkast om te laten rusten. ( Je kunt ook meteen door met de volgende stap)
  5. Leg een vel bakpapier op je werkblad en rol het deeg uit tot een lap van ongeveer 3-4 mm dik. Probeer een rechthoekige lap te maken, dan heb je straks zo min mogelijk snij verlies ;-)
    Bestuif je deegroller eventueel nog met wat bloem, zodat ie niet plakt aan je deeg.
  6. Bestrijk de lap met het halve ei en bestrooi met de greinsuiker en het amandelschaafsel. Druk ze lichtjes aan.
  7. Plaats het bakpapier met de lap deeg op je rooster en bak de Jan Hagel in 20-25 minuten mooi bruin.
  8. Haal het rooster uit de oven en snij de koek in kleinere rechthoekige stukken van 4 bij 8 cm. Leg op een rooster en laat afkoelen. Bewaar in een trommel of glazen pot.